Griekse zeevaarders noemden het ‘mooi eiland’. Actrice Sarah Bernhardt verloor er haar hart. En Claude Monet kon er maar niet stoppen met schilderen. Belle-Île is een echte dame. Op de fiets! Want ook daarvoor is dit Bretonse eiland een uitgelezen plek.
Een enorme citadel domineert de haven van Le Palais. Het is meteen duidelijk: om dit Bretonse eiland werd ooit flink gestreden. Over dat verleden komen we meer te weten in het museum van de vesting. Zo dankt Belle-Île haar naam aan Griekse zeevaarders, die er lang geleden aanlegden en het eiland Kalonessos noemden, ‘mooi eiland’. En wellicht nog belangrijker: Belle-Île ligt heel strategisch tussen Engeland en Spanje/Portugal. Zowel de Noormannen als vele latere Europese naties wilden vanaf hier de scheepvaart controleren en bezetten het eiland om en om.
Vauban’s vesting
In de 17de eeuw kwam Belle-Île onder de Franse kroon van Lodewijk XIV, de ‘zonnekoning’. Die stuurde er zijn beroemde vestingbouwer Vauban op af, in onze contreien bekend van zijn werken in onder meer Bouillon, Namen en Ieper. Ook op Belle-Île realiseerde Vauban een schitterende vesting. We wandelen over de gerestaureerde vestingmuren met hun bastions en vluchtschansen, drinken koffie in het chique vestinghotel en wandelen door een van de poorten de stad in. We gaan op zoek naar een fiets voor een rondje over het eiland.
Zacht klimaat
Belle-Île is met haar ruim 83 vierkante kilometer het grootste eiland van Bretagne en heeft een heerlijk zacht klimaat. Langs de muren van de citadel, zo groot dat er geen einde aan lijkt te komen, fietsen we Le Palais uit. Het is af en toe even aanzetten, het eiland is niet bepaald vlak en er staat een aardige bries. Maar het uitzicht is zo mooi dat je zonder gezichtsverlies geregeld even kan stoppen om te kijken en op adem te komen. Zo fietsen we langs de ria (‘smalle inham’) schitterend Sauzon binnen, na Le Palais de grootste plaats van het eiland. En misschien nog wel mooier. De in pasteltinten geschilderde huizen, de met kleurige planten en bloemen bedekte oevers, de drooggevallen bootjes. En naast de havenuitgang de vuurtoren en het fraaie Hotel du Phare.
Vijf soorten actrices
Vanaf een terras kijken we hoe het opkomend tij de haven langzaam vult en de bootjes doet loskomen van de bodem. Dat werkt zo fijn rustgevend. Niet lang daarna bereiken we het meest noordelijke punt van Belle-Île: Pointe des Poulains, met opnieuw een fraaie witte vuurtoren. Aan deze plek verloor Sarah Bernhardt (1844-1923) haar hart. Zij was een legendarische actrice, van wie schrijver Mark Twain eens zei: “Er zijn vijf soorten actrices: slechte, redelijke, goede, geweldige. En dan is er Sarah Bernhardt.” Sarah kocht hier een voormalig fort en liet er twee villa’s naast bouwen voor familie en vrienden. De drie gebouwen zijn onlangs gerestaureerd en we bekijken er enkele exposities, over de actrice en haar liefde voor het eiland en over de natuur op de Pointe des Poulains.
Komen, zien en blijven
We fietsen verder langs de Côte Sauvage, waar hoge golven met veel geraas stukslaan op rotsen en aantrekkelijk witte strandjes. We zien er nauwelijks andere toeristen. Belle-Île mag dan een populair eiland zijn, zodra de scholen terug begonnen zijn is het er best rustig. We ‘happen’ wat golven en genieten tijdens het opdrogen van een meegebracht broodje. Na weer een stukje fietsen komen we aan bij Les Aiguilles de Port-Coton. Dit is niet het zoveelste witte strandje met rotspunten in een zeegroene zee. Dit is het strand van schilder Claude Monet. Hij kwam hier in 1886, zag de schitterende kleuren, het wattige schuim van de golven en nam zijn intrek in het nabij gelegen dorp Kervilahouen. Bijna dagelijks ging hij schilderen in Port-Coton en vertrok twee maanden later met vijf schilderijen.
Gebak met reputatie
Ook wij zetten koers naar Kervilahouen. Volgens zeggen eet je hier bij Le Kervi de lekkerste Far Breton van het eiland. We krijgen dit gebak van bloem, boter, melk, vanillesuiker en eieren, verrijkt met pruimen, rozijnen en rum, hier al geregeld bij het ontbijt. Dan is een klein stukje genoeg. Maar voor nu hebben we ruimte gespaard en de grote punt gaat er moeiteloos in. De serveerster lacht tevreden als ze de borden weghaalt en lijkt niet verbaasd als we vertellen over de reputatie van haar gebak. Maar als we terug op de fiets zitten ligt het gebak toch wat zwaar op de maag. We besluiten langs het plaatsje Samzun terug te keren naar Le Palais. Daar nemen we nog een kijkje bij Les Grandes Sables. Stranden van wit poederzand en weer zo’n zeegroene zee. Gelukkig krijgen we daar zelden genoeg van.
Belle-Île praktisch
De veerboot naar Belle-Île vertrekt dagelijks 5-12 keer uit Quiberon. De overtocht duurt 45 minuten en een retour kost € 30-35 per persoon. Fietsen huur je best (tegen lager tarief dan in de haven) bij Reversade.
De fietsroute: download de routebeschrijving.
De beste reisgidsen
Reisgids ‘Het echte Bretagne’
Deze fietstocht is afkomstig uit ‘Het echte Bretagne’, onze eigen gids over deze regio. Met uitgebreide beschrijvingen van bezienswaardigheden langs de kust en op de eilanden, een hoofdstuk over de geschiedenis van Bretagne, veel praktische informatie, wandel- en fietsroutes plus 6 uitgeschreven autoroutes door het binnenland.
Auteur: Tineke Zwijgers | Fotografie: Dorien Koppenberg
Uitgever: TiDo Producties, 2020 (3e, herziene editie)
Paperback: € 21,95 | PDF: vanaf € 3,00
Meer informatie en bestellen: hetechtebretagne.nl
″Fijn boek met goede balans tussen achtergrondinformatie en praktische zaken. Praktische indeling per regio. Leuke weetjes en goede tips voor overnachten, eten, tripjes en wandelingen. Mooie foto’s. Je voelt de liefde van de makers voor Bretagne en dat werkt aanstekelijk.”
Rother wandelgids Bretagne
Veel wandelaars zweren bij de serie Rother gidsen en dat is heel terecht. Ze zijn degelijk, overzichtelijk en staan garant voor bijzondere wandeltochten op plekken die niet worden overlopen door toeristen. De Rother Bretagne is daarop geen uitzondering: 50 wandelingen langs de kust en door het Bretonse binnenland. Met duidelijke info over start- en eindpunt, zwaarte van de tocht, restaurants en cafés onderweg.
Elmar, 2015
De leukste hotels
Logeren op Belle-Île
Hotel Citadelle Vauban: sfeervolle kamers met zeezicht in de 17de-eeuwse vesting vlakbij het centrum van het stadje en de veerhaven. Hotel Corto Maltese: rustig gelegen hotel hartje Le Palais, met stijlvolle kamers en vriendelijke eigenaren. Prima ontbijt en restaurant. Hotel du Phare: misschien wel het mooist gelegen hotel op het eiland, dat sinds kort alleen studio’s en appartementen biedt. Heerlijk voor een lome week op het eiland.
Dit artikel verscheen eerder in Het Laatste Nieuws (B).
